Zoals voorspeld, de olifant in de kamer heet: ‘agflatie’
Agflatie, ofwel ‘agrarische inflatie’ is de term die gebruikt wordt om stijgende voedselprijzen te duiden met de nadruk op landbouwproducten. Een behoorlijk onderbelicht onderwerp, en misschien wel de olifant in de kamer. Agflatie is namelijk één van de eerste schakels in de keten, die inflatie aanwakkert. In oktober 2021 voorspelde ik dat de stijgende kunstmestprijzen een voorbode zouden vormen en jammerlijk is dit scenario realiteit geworden met all-time highs op de agrarische futuresmarkt als gevolg.
Des te groter de discrepantie tussen inflatie (CPI) versus agflatie, des te zorgelijker
Voor de introductie van de term ‘agflatie’ moeten we terug in de tijd. Investeringsbanken Merrill Lynch en Goldman Sachs zochten omstreeks de Financiële Crisis in 2008 een verklaring voor de exponentiële stijging van de prijzen van landbouwproducten. Toentertijd deed er zich een combinatie voor van de volgende factoren: (1) Een snelle stijging van de voedselprijzen ten opzichte van de reserves, (2) een relatief lage algemene inflatie tegenover de huidige agflatie en (3) stijgende lonen die worden doorberekend.
Agflatie is voor veel regeringen een steeds belangrijker probleem geworden. Agflatie brengt de voedselzekerheid, met name voor ontwikkelingslanden en import afhankelijke landen in gevaar en kan sociale onrust veroorzaken. ‘The Andersons Centre,’ een agrarisch adviesbureau heeft o.b.v. een raming berekend dat agflatie in het Verenigd Koninkrijk momenteel 18,7% bedraagt versus 5,3% in januari dit jaar. Des te minder zelfvoorzienend een land is qua landbouw, des te groter de discrepantie en des te groter de gevolgen.
Het domino-effect: bottlenecks in de supply chain, QE, oorlog en een zwakke dollar
Het is een uitdagende periode voor de boeren, aangezien de kloof tussen stijgende input- en outputprijzen blijft toenemen. The Andersons Centre wees erop dat hoewel de algemene economische inflatie in 2023 aanzienlijk zal dalen, de voedselprijzen blijven stijgen. Dit zou niet voor een verrassing moeten zorgen, omdat er een vertraagde werking is tussen de inflatiecijfers voor landbouwgrondstoffen (in- en outputs) en de algemene inflatiecijfers.
Eind 2021 toen de wereld zich begon te verkeren in een post-pandemische fase, was de output algauw terug op pre-pandemisch niveau. Veel landen en met name kunstmestbedrijven zaten met extreem lage gasvoorraden (aardgas is een hoofdbestanddeel om kunstmest te produceren), terwijl de agrarische vraag ‘als ketchup uit de fles kwam geschoten,’ zoals econoom Lex Hoogduin dit verwoord. Combineer dit met de massale QE wereldwijd, de oorlog in Oekraïne en sinds kort een zwakkere dollar, wat maakt dat er opwaartse druk wordt uitgeoefend op de prijzen. Amerika is ’s werelds grootste agrarische exporteur ($150 miljard) en doordat exporterende bedrijven hun valuta zien dalen ten opzichte van importeurs, verhogen exporteurs hun prijzen, wat maakt dat er geen ruimte ontstaat voor enige correctie op de futuresmarkt.
Het regent all-time highs op de agrarische futuresmarkt
Ondertussen:
Cattle (vee): all-time high
Sinaasappelsap: all-time high
Suiker: all-time high
Rijst: all-time high
En zo kunnen we nog wel even door blijven gaan.
Nagenoeg alle landbouwproducten staan op all-time high niveau, behalve de graanprijs, die mijns inziens de aandacht afleidt van agflatie. De graanprijs is na de piek vorig jaar namelijk met ruim 50% is gedaald. Doordat Rusland (’s werelds grootste graanexporteur) tijdelijk een graanexportverbod invoerde, steeg de prijs naar recordhoogtes. Even later sloot Rusland een graandeal en kwam de prijs rap tot bedaren. Desondanks koerst de graanprijs nog altijd 45% hoger ten opzichte van pre-pandemisch niveau.
Agflatie gaat niet over één nacht ijs
De inflatie jaagt de loon-prijsspiraal verder op en dit wordt op zijn beurt allemaal doorberekend en houdt inflatie op een hoog niveau. Nog niet te spreken over de fiscale tekorten en oplopende overheidsschulden. Dit alles duidt op een tijdperk van hoge inflatie en had achteraf gezien enigszins beperkt kunnen worden. De agflatie begon in september 2020 al aardig uit de hand te lopen, zoals te zien op de tweede grafiek. Agflatie vormt in feite een soort rookmelder voor inflatiedreiging.
De Europese energie-inflatie is van 40% vorig jaar inmiddels weer gedaald tot 0%, maar het kwaad is al geschied. Doordat de loon-prijsspiraal voort blijft stijgen, zal de inflatie niet onder controle geraken en is het een kwestie van emmers water dragen naar de zee. Dit alles heeft zijn doorwerking en de fruitteler die zijn personeel dit jaar een loonsverhoging heeft gegeven van 10% berekent dit vanzelfsprekend door in de prijs. Eveneens de supermarktketen, waardoor loonsverhogingen op zijn beurt weer ongedaan worden gemaakt als iedereen de prijzen gaat verhogen.
Het grootste aspect in deze casus is momenteel winstbejag, wie wil nou eenmaal zijn marges zien slinken? De enige die er belang bij heeft dat prijzen dalen, dat is de consument. Agflatie is hardnekkig van aard en creëert op de middellange termijn een reeks van externe problemen, zoals hierboven beschreven.
Commitment of Traders: Asset managers zitten voor 70% long gepositioneerd in goud
Of het tij zal keren? Daar lijkt het nog lang niet op. Uit COT-rapportages kunnen we opmaken dat asset managers voor ca. 70% long gepositioneerd zijn in goud. Vanaf begin maart is ‘managed money’ weer positie gaan opbouwen en shorts gaan afbouwen en dat zien we linea recta terug in de goudprijs. Dit duidt op het feit dat er weinig reden is voor optimisme en beleggers overduidelijk baat hebben bij een veilig onderkomen in tijden van onzekerheid.
Opvattingen op basis van gepubliceerde artikelen of nieuwsberichten zijn puur informatief. De vrijblijvende informatie mag niet worden opgevat als een aanbod, beleggingsadvies of enige andere financiële dienst.
Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en ontvang dagelijkse updates over edelmetaal, onze kortingen en artikelen.