Open voor orders

EXCLUSIEF: interview met topondernemer Maasbert Schouten (CEO MaasInvest)

Gepubliceerd op 20 apr 2023
avatar-joshua
door Joshua Clappers

Maasbert Schouten (51) geboren te Wilp is een échte selfmade entrepreneur van bescheiden komaf, waarvan zijn levensloop het best valt samen te vatten als een heus ‘jongensboek.’ Op jonge leeftijd plantte hij het eerste zaadje wat een x aantal jaar later uitgroeide tot AFAB, een financieel dienstverlener in consumentenkrediet met 1.000 medewerkers in dienst op het hoogtepunt, en waarbij AFAB fungeerde als hoofdsponsor van voetbalclub Vitesse. Maasbert noteerde hoog in de Quote (nr. 80) met een geschat vermogen van 334 miljoen euro. Het leven lachte hem toe en alles bleek op rolletjes te lopen. Maar, net zoals iedereen word je gevormd door de ups en downs in leven, zo óók Maasbert.

Foto: Mark van den Brink/M&A.nl

Vanuit een diep dal klom Maasbert weer omhoog; door met zijn laatste pensioenvoorziening (nota bene een paar ton) het toen noodlijdende Vitesse uit de brand te helpen. Doordat de club een kortlopende schuld niet kon afbetalen verwierf Maasbert 100% van de aandelen. Een extreem risicovolle deal, die even later werd bekroond toen hij de club met een mooie winst kon verkopen aan de Georgiër Merab Jordania. Naar verluid is Maasbert één van de weinigen die geld heeft verdiend aan een voetbalclub. Deze deal ontnam alle financiële perikelen en Maasbert kon weer gaan doen wat hij het liefst doet: ondernemen.

Zoals verwacht, bloed kruipt waar het niet gaan kan en sindsdien is hij actief in de private equity. Momenteel is hij CEO van N.V. MaasInvest waar hij groeikapitaal verstrekt en voorziet in management buy-outs in het MKB-segment. Verder is Maasbert lid van de advisory board van het succesvolle MainCapitalPartners en is hij ‘Baron of Entrepreneurship’ van de Harvard universiteit. Óók is hij een échte familieman, hij is getrouwd en heeft vijf kinderen.

Is Maasbert niet in Amsterdam, kunnen we hem vinden in zijn penthouse in Mallorca of in zijn monumentale villa in het Gelderse Elst. Het gesprek is opgenomen bij de familie Schouten thuis in Amsterdam. We spraken ruim anderhalf uur over het recente Silicon Valley Bank debacle; de wereld van de private equity en het maatschappelijke belang ervan; MaasInvest; hoe Maasbert zijn vermogen managet; micro > macro; en vooral een (terug)blik op het leven en de maatschappij.

(De podcast is te beluisteren via Spotify en daar komen de onderwerpen vanzelfsprekend uitgebreider aan bod.)

Het Silicon Valley Bank debacle

Veel durfinvesteerders konden tot voorkort veelvuldig start-ups financieren middels goedkoop vreemd vermogen door de historisch lage rentestand. Nu deze weer fors aan het oplopen is, beginnen er haarscheurtjes te ontstaan in de Amerikaanse venture capital, met als gevolg dat de SVB met dusdanige verliezen kampte en er een bankrun ontstond. Hoe heb jij deze soap gevolgd?

‘’Ik denk dat het opzichzelfstaande casus is. Het uitzetten van de gelden is een klassieke fout waarbij kort vreemd vermogen als lang wordt uitgezet, dat gaat goed totdat het fout gaat en er een bankrun ontstaat. Doordat de SVB héél eenzijdig is qua klantenbestand denk ik dat het écht een uitzonderingsituatie is. De markt heeft behoorlijk overgereageerd door te suggereren dat het mondiale banksysteem onder druk staat. Dit voorval is überhaupt niet mogelijk in Europa. Het toezicht in de VS is onder voormalig president Trump namelijk flink naar beneden gelobbyd.’’

Is dit ook de reden waarom je uitsluitend met eigen geld investeert en niet met vreemd vermogen?

‘’Het is in mijn wereld niet zo makkelijk om te ‘leveragen.’ Als je in publieke effecten investeert dan kun je een ‘lombard loan’ trekken en 2/3e van wat je hebt aan aandelen op de markt belenen. Ik investeer met eigen ‘equity.’ Veel investeringsmaatschappijen/fondsen halen kapitaal op bij vermogende particulieren en/of overige fondsen en investeren dat vervolgens voor hen. Ik investeer uitsluitend met eigen middelen. De bedrijven waarin ik investeer, daar investeren we over het algemeen in met een groep investeerders via een private equity fonds. En de ondernemingen die worden gekocht, daar wordt over het algemeen wél leverage in aangebracht. Dat geeft ook een boost op je equity-return. Er wordt dus weldegelijk gebruik gemaakt van leverage in de private equity wereld, maar deze vorm van leverage vormt ook een component van de waardegroei, ofwel een verantwoorde vorm van leverage.’’

Voorzie jij beren op de weg voor de private equity c.q. venture capital de komende jaren met inachtneming van het huidige renteaspect?

‘’Het is belangrijk private equity (PE) van venture capital (VC) te onderscheiden. VC kent namelijk een hoge ‘burn rate,’ ofwel er gaat meer cash in dan er wordt gegenereerd en bij PE wordt er met name geïnvesteerd in winstgevende bedrijven, dus die al behoorlijk cashflowpositief zijn en graag een volgende stap willen maken.

Hoe dan ook zet de hogere rente en de beperktere leveragemogelijkheden druk op de PE/VC-wereld. Enerzijds drukt de hogere rente op de potentiële returns en anderzijds willen banken minder uitlenen waardoor men meer eigen vermogen moet inbrengen. Als je nu een bedrijf van 20 miljoen koopt en de bank die tot voorheen bereid was te financieren tot 10 – nu opeens maar 7 uitleent – moet ik 13 miljoen aan eigen vermogen meenemen, waardoor het rendementspotentieel een stuk minder interessant wordt, aangezien vreemd vermogen een vorm van leverage is.’’

Constateer jij ook dat steeds meer start-ups gebruik maken van schuldconstructies, zoals convertibles en bridges om de waarderingen kunstmatig hoog te houden? Alsof de bubbel in niet uiteen mag spatten.

‘’Zéker, ze willen het liefst niet verwateren en op het moment dat je een lening aantrekt, blijf je zelf grootaandeelhouder en daarnaast kun je waarderingsissues uitstellen. Als je een convertible uitgeeft dan vermijd je dat je tegen de huidige lage waardering moet verwateren. Aan de andere kant is het ook lastiger geworden om leningen aan te trekken voor start-ups. Terwijl de Silicon Valley Bank passé is, zijn Europese banken juist zeer ijverig om te financieren. In dat opzicht is de financieringsmarkt flink aan het veranderen.’’

Jij weet als geen ander wat ondernemersrisico betekent. Wat denk jij als je hoort dat een in hoofdzaak start-up bank en bijbehorende investeerders incluis start-ups worden gered middels een ‘bail out’ waarbij de overheid garant staat voor de verliezen die zijn ontstaan door het sluiten van risicovolle leningen?

‘’Heel dubbel, want dat zou niet zo moeten zijn in de ideale wereld. Wél denk ik dat we geleerd hebben van de vorige bankencrisis, dat als men niet ingrijpt dat de schade nog groter is en dat de schade nu onderaan de streep alleszins meevalt. Ja, het kost de belastingbetaler geld, maar in een aantal situaties zoals bij Aegon en ING heeft het de staat geld opgeleverd. Per saldo is de schade voor de belastingbetaler uiteindelijk te overzien, terwijl de economische schade bij ‘niet’ ingrijpen vele malen groter is.’’

De wereld van de private equity – MaasInvest

Er bestaan veel misconcepties over private equity en veel mensen hebben doorgaans een slecht beeld over rol die de private equity speelt binnen onze economie. Kun jij omschrijven welke rol PE precies vervult in onze economie en waarom de noodzaak bestaat dat er durfinvesteerders zijn?

‘’Een heel belangrijke rol, er zijn namelijk méér niet-beursgenoteerde bedrijven dan wel-beursgenoteerde bedrijven, en voor die bedrijven is het een stuk lastiger om groeikapitaal op te halen. De sprinkhanendiscussie leidt af van wat wij écht doen. En dat is groei realiseren door te investeren en niet door te saneren, ofwel ‘top-line growth.’ Dit lukt alleen door meer werkgelegenheid te bieden. PE is goed in het focus aanbrengen van een onderneming door te kijken waar geld wordt verdient en hier dus óók veel geld in te investeren. Maar ook moeten wij constateren waar het verdampt.

Wat ook een misconceptie is, is dat PE helemaal geen geld uit de onderneming haalt, maar wij laten het juist in de onderneming zitten. Waar bestaande aandeelhouders jaarlijks zoveel mogelijk dividend onttrekken om een tweede of derde huis te kopen, willen wij juist een bedrijf kopen, maximaal waarde creëren en na een jaar of 5-7 een multiple van 3 tot 4 maal gerealiseerd hebben op onze investering. Vervolgens verkopen we het bedrijf weer bij voorkeur aan een nieuwe strategische eigenaar en deze waarde vloeit dan terug naar ons. In de periode dat een bedrijf in de portefeuille zit van een PE-onderneming, wordt er volop geïnvesteerd en blijven de middelen die verdiend zijn in de onderneming terugvloeien naar de onderneming door zoveel mogelijk organische groei te realiseren. Aandeelhouders staan hierbij dus niet op de eerste plaats, dat is een belangrijk verschil.

Daarnaast is de kapitaalmarkt voor kleinere ondernemingen natuurlijk ook veel minder ontwikkeld. Zó kunnen MKB-bedrijven zich óók tot een mogelijkheid wenden om kapitaal aan te trekken, aangezien een beursnotering qua schaalgrootte onmogelijk is. Een beursnotering kost algauw 200.000 á 300.000 euro per jaar om in stand te houden en als een bedrijf een EBITDA van een half miljoen heeft, is dat vrij onrealistisch.’’

Na AFAB en het Vitesse avontuur ben je langzaam de private equity ingerold. Hoe heb je jezelf wegwijs gemaakt in deze nochtans ‘gesloten’ wereld?

‘’Na de verkoop van mijn aandelen in Vitesse ben ik mij gaan oriënteren wat ik hiermee zou kunnen doen. Ik realiseerde mij dat ik nog best jong was en dat ik het wellicht nog héél lang zou moeten doen met deze centjes om hiervan te leven. Mijn ambitie als ondernemer zit natuurlijk altijd in groei en toen ben ik alle investeringsmogelijkheden gaan onderzoeken om mijn kapitaal te laten renderen en hiervan te kunnen leven. Start-ups kwamen pitchen, vermogensbeheerders die hun verhaal kwamen doen, maar ook elke dag het Financiële Dagblad doorspitten om te kijken of ik mogelijkheden kon vinden, waarna ik steeds meer begon te lezen over de private equity wereld, en dat begon mij te intrigeren.

Mede doordat ik de markt aan mijn zijde heb gehad, heb ik een erg goed trackrecord kunnen opbouwen en ben ik goed gepositioneerd geraakt in de markt. Dit maakt dat je toegang hebt tot de bétere fondsen, aangezien je contacten daarbij natuurlijk zeer behulpzaam zijn. Al snel kreeg ik een goed beeld van wat de kansen en risico’s zijn en hoe private equity waarde creërt en mijns inziens is de risk-reward verhouding nergens zo goed als in de PE.

Ondernemer als ik ben zeg ik dan niet: ik ga een gespreide portefeuille opbouwen met ook wat pandjes en beursgenoteerde investering. Ik heb daarom juist besloten om vol voor de private equity te gaan, omdat de risk-reward verhouding bij private ondernemingen een stuk beter is. Alle informatie is namelijk al gedisconteerd in de koers bij publieke bedrijven. Bij PE kun je kennisvoorsprong opbouwen in bepaalde marktsegmenten en in structureringen van deals. Als je hier handig in bent kun je veel meer waardegroei realiseren dan door de aandelenmarkt te volgen die gemiddeld niet meer dan 10% per jaar oplevert en waar je weinig invloed op hebt.

Zelf ligt mijn benchmark op 25% nettorendement per jaar en het is mij ook gelukt de laatste 10 jaar om dat te realiseren. ‘Compound interest’ is volgens Einstein zelfs het 8ste wereldwonder en mijn doelstelling is om de komende vijf jaar een netto-‘multiple’ van drie te realiseren en daar blijf ik alles aan doen. De afgelopen jaren hebben we natuurlijk aardig wind in de rug gehad met een historisch lage rentestand en een sterk groeiende economie, waardoor alle multiples automatisch stegen. Dit zal de komende jaren flink afnemen waardoor de focus weer op reële groei moet liggen, hiervoor zullen nóg scherpere keuzes gemaakt moeten worden. Ik zie mijn werk als een kruising tussen Monopoly en schaken.

Van mijn totale vermogen is maar liefst 90% gealloceerd in private equity. Volgens de allocatietheorieën zéker niet verstandig, maar ik ben gepositioneerd als ondernemer in de markt. Het liquiditeitsrisico vormt het grootste risico, maar inmiddels heb ik de nodige ervaring waarbij ik met mijn ‘exits’ nieuwe ‘capital calls’ kan voldoen, oftewel: herinvesteren met de gemaakte winsten. Een investeerder met te veel cash is daarom in mijn optiek ook geen goede investeerder, want die heeft kennelijk te weinig opportuniteiten gecreëerd.’’

The art of the deal’ – Een brutale vraag: hoe selecteer jij de fondsen voor MaasInvest? Aangezien start-ups en hoofdzakelijk ambitieuze MKB-bedrijven over doorgaans weinig concrete cijfers beschikken, is het dus vaak een fundamentele kwestie lijkt mij. Is ‘gut feeling’ belangrijk?

‘’Zelf ben ik meer investeerder dan ondernemer, dat is een saillant verschil. De typische ondernemer die zijn bedrijf heeft verkocht ziet investeren als: ‘ik sta op de golfbaan, ik doe leuke dingen, ik lig op mijn zeilboot in Zuid-Frankrijk en als mijn achterneefje een app wil bouwen dan steek ik daar een ton in en alles wat op mijn pad komt dat grijp ik aan.’ Dat is allesbehalve gestructureerd investeren.

Als je investeert dan bouw je ‘deal flow’ op en op basis daarvan kan je vervolgens goed benchmarken, want je hebt veel deal flow nodig om een vergelijking te maken. Ik denk dat er maar weinig mensen in de Nederlandse private equity markt er zó diep inzitten als ik. Bijna alle opportunities in Nederland komen op mijn bureau en dus kan ik goed vergelijken. Kort samengevat selecteer ik op trackrecord; de kwaliteit van het fondsmanagement; de kostenstructuur; het aandachtsgebied; en de investeringsfocus. Ik investeer momenteel in 70 private equity fondsen over diverse aandachtsgebieden, waardoor ik mijn risico ten alle tijden goed heb gespreid. Indirect zit ik in ongeveer in 350 bedrijven, waarin mijn focus ligt op B2B, met een enkele B2C onderneming zoals Amslod, Lucardi en Vingino. Ik heb een voorkeur voor B2B SaaS-bedrijven (Software as a Service), vanwege de schaalbaarheid ervan en het recurring karakter, dus de goede voorspelbaarheid qua inkomsten.’’

Je runt de toko helemaal alleen. Dit in tegenstelling tot AFAB waar je maar liefst 1.000 werknemers op de payroll had. Wat is de reden waarom jij hebt besloten ‘solo’ te gaan?

‘’Het is meer een kwestie van het jezelf kunnen permitteren, zo kijk ik ernaar. Aan den lijve heb ik ondervonden wat de voor- en nadelen zijn van personeel. Je viert de deals met elkaar, maar anderzijds heb je er ook een hoop sores van. Ik kan nu vanuit huis werken en dat beter met mijn privéleven combineren. Zelf ben ik ook erg hands-on en vind ik het lastig om zaken te delegeren, omdat je in deze tak van sport altijd scherp moet zijn met het identificeren van opportunities. Je moet uiterst zorgvuldig te werk gaan en in dat geval belemmert personeel, maar ook vormt het in mijn geval een overbodige kostenpost. Daarnaast worden indirect vele werkzaamheden voor mij verricht door het fondsmanagement van de private equity fondsen waarin ik investeer.’’

Hoe managet Maasbert zijn vermogen?

Als vermogend individu beheer jij jouw vermogen natuurlijk anders dan de gemiddelde Nederlander. Je zit voor ongeveer 90% gealloceerd in private equity, terwijl menigeen een brave gediversifieerde portefeuille heeft. Hoe ziet jouw vermogensbeheer er globaal uit en aan de hand van welke criteria selecteer jij een risicoprofiel?

‘’Als je het goed doet, word je beloond voor volatiliteit en risico. De crux is dat je een lange termijn horizon nodig hebt en dat je moet snappen waar je mee bezig bent. Hierdoor overzie je de risico’s en mocht het tegenzitten weet je dat het ‘part of the game is.’ Investeerders verliezen dan ook vaak geld, omdat ze dit onvoldoende overzien.

Veel vermogende particulieren verkiezen daarom vaak vastgoed boven aandelen. Als je een vermogen hebt is die 5-6% return per jaar al prima om van te leven. Huurinkomsten zijn doorgaans stabiel, de beurs is dat allesbehalve. Persoonlijk vind ik dat de beslommeringen en de ‘upside’ die je in die assetcategorie hebt onvoldoende in balans. Denk aan een lek dak of een lift die defect is. Daarnaast is de huidige markt fiscaal ook een stuk lastiger. Ik vind het verder eigenaardig dat iedereen met een vermogen van een miljoen of 10 ineens meent verstand te hebben van vastgoed. Het lijkt allemaal zo simpel, al dan niet met een financiering van de bank, je zet er huurders in en klaar is Kees. Inmiddels zien we dat die vanzelfsprekendheid niet meer zo vanzelfsprekend is.

In de private equity heb ik minder gedoe en loop ik in mijn optiek minder risico omdat ik inmiddels goed kan inschatten waar ik al dan niet in investeer en heel goed gespreid ben. Daarom investeer ik ook niet in start-ups, maar in volwassen bedrijven omdat het risicoprofiel beter bij mij past. Ik weet wat ik doe en daarom zit ik voor 90% van mijn vermogen hierin gealloceerd. Elke belegger c.q. investeerder moet zich afvragen hoeveel ‘edge’ hij/zij heeft. Een 60/40 portefeuille hartstikke leuk, maar je hebt 0,0 sturing op de uitkomst en je bent volledig afhankelijk van de trend in de markt. De kunst is om in elke markt geld te kunnen verdienen.

Ik ben een investerende ondernemer die maximaal kennis, netwerk en opportuniteit wil genereren om de aller scherpste keuzes te kunnen maken in de PE-wereld, daarom zet ik mijn liquide middelen in om een zo hoog mogelijke return te kunnen behalen en dat zie ik als topsport. En daar haal ik mijn drive vandaan.’’

Micro > macro

Velen zijn somber gestemd over de toekomst. Een opeenstapeling van macro-economische c.q. geopolitieke onrust maakt dat economische groeipercentages wellicht zullen slinken, dat de kerninflatie nog altijd niet beteugeld is en het feit dat een stagflatoir scenario niet per sé ondenkbaar is. Toch ben jij positief gestemd. Enigszins niet verassend omdat een private equity investeerder altijd een lange horizon moet hebben. Wat maakt dat jij rooskleurig naar de toekomst kijkt in macro-economisch opzicht?

‘’Deze beste risicomitigatie is door niet te veel door een macro-bril te kijken, maar door in alle ‘vintages’ mee te blijven doen, zodat je door alle economische cycli heengaat. Private equity is heel goed in staat om de markt te timen. Je ziet bijvoorbeeld dat veel exits uitgesteld worden, omdat de markt even tegenzit. Hiermee ben je enigszins beperkt afhankelijk van economische grillen, maar op die golven surft de PE-markt mee. Ik krijg nu ook elke dag capital calls om geld over te maken, tegelijkertijd staan de exits op een lager pitje. Dus ik blijf alle middelen die vrijkomen investeren in nieuwe opportunities en hierbij kijk ik per cyclus welk soort bedrijven het meeste potentie hebben. Ik kijk dus veel meer micro naar de markt dan macro.’’

Een (terug)blik op het leven en de maatschappij

Met uitstek ben jij iemand die de definitie van veerkracht omschrijft. Van multimiljonair (nr.80 Quote) met AFAB – tot het moeten aanspreken van je laatste pensioenvoorziening voor een avontuur met Vitesse – en vervolgens de club met winst verkopen – en het daarop weer weten te schoppen tot multimiljonair met een succesvol private equity fonds. Hoe ben jij desondanks deze rollercoaster altijd een opportunist gebleven?

‘’Ik denk dat het mindset is, dat zit in je of juist niet. Heel vaak zeggen mensen: ‘als je dan dit, dan had je misschien dat.’ Daar kun je allemaal niks mee. Als ik op het goede moment AFAB had verkocht, had ik toentertijd 500 miljoen op mijn rekening kunnen hebben en als ik dat geïnvesteerd had volgens de methodiek die ik nu hanteer, was ik multimiljardair geweest. Ik leid echter sowieso een gelukkig leven en alles wat ik ‘had’ kunnen hebben, dat laat mij verder koud.

Belangrijk is door altijd te kijken ‘waar sta ik nu.’ Op een gegeven moment was ik enige honderden miljoenen waard op papier en een jaar later was dat ongeveer 0. Ik kan mij voorstellen dat veel mensen dat slecht zouden kunnen handelen en daar tenminste een burn-out of erger aan overhouden. Als je miljoenen per jaar verdient, met privéjets vliegt en je opeens sta je weer met beide benen op de grond en vlieg je weer met Ryanair, snap ik dat zoiets héél zuur is. Ik heb het geluk dat ik redelijk conservatief ben in mijn eigen levensstandaard. Altijd heb ik een zodanige buffer aangehouden dat ik privé gewaarborgd was voor wellicht mindere tijden, maar nóg veel belangrijker is door ten alle tijden te realiseren met welke middelen je het moet doen en hiermee zo effectief mogelijk aan de slag gaat om beter te kunnen bewerkstelligen.

Toen ik Vitesse verkocht huurde ik met mijn laatste geld dure consultants in om een vendor due diligence rapport te maken voor de kopende partij. Achteraf gezien was het een uiterst risicovolle deal, maar ik wist welke middelen ik had en heb hier zo effectief mogelijk gebruik van gemaakt om de club uiteindelijk te kunnen verkopen met winst, wat mij weer mogelijkheden gaf.

Toen ik 25 was dacht ik, ik leef 5 of 10 jaar niet. Ik was dag en nacht aan het werk omdat ik zoveel ambitie in mijn donder had. Jaren achter elkaar ging ik niet op vakantie ging of ik ging 1x per jaar en als mijn vrouw en kinderen dan bij het zwembad lagen, zat ik de hele dag mailtjes te beantwoorden. Ik ben altijd 100% voor mijn doel gegaan en heb daar opofferingen voor gemaakt. Nu ben ik op een leeftijd waarop ik meer relativeer en des te meer realiseer dat het leven niet oneindig is. De risico’s en offers die ik toen nam, zou ik nu niet meer nemen. Toen had ik alleen AFAB, nu zit ik gediversifieerd in 350 bedrijven.’’

Op 24-jarige leeftijd verdiende je al een ruimschoots een modaal jaarsalaris per maand in huidige termen, tevens kreeg je toen al een bod van 2,5 miljoen gulden op AFAB. Desondanks leefde je erg spaarzaam en daar waar de gemiddelde student zich een stuk in de kraag ‘zuipt,’ was jij dag en nacht aan het werk. Wat was hierin jouw grootste drijfveer om alsmaar te blijven doorpakken en hoe hanteerde jij discipline in je leven terwijl op jonge leeftijd al vermogend was?

‘’Ook dat zit in je aard. Ik was overmatig ambitieus, enerzijds is dat mooi, anderzijds is dat mijn valkuil. Ik heb altijd moeite gehad met een work-life balans. Vrienden van mij zeggen wel eens: ‘Waarom stop je er niet mee, je hoeft nooit meer te werken.’ Dat begrijp ik, maar ik zou het vreselijk vinden om rentenier te zijn en vanaf morgen de hele dag op het strand te liggen. Ik heb de prikkel van goede deals en successen nodig om gelukkig te zijn, althans ik vind het prettig. Ik heb altijd de lat hoog gelegd en des te meer wou ik mijzelf misschien bewijzen na AFAB, dat ik geen one hit wonder zou zijn. Dat vergt uiterste discipline en inmiddels denk ik dat ik heb bewezen dat ik geen ‘one trick pony’ ben. Het is wat dat betreft een rekensommetje: je legt de lat hoog en je levert opofferingen of je hebt geen zin in opofferingen (wat ik goed kan begrijpen) en je bent verplicht de lat lager te leggen.

Het zakenleven heb ik altijd gezien als een Monopoly spel. Hoe meer fiches je hebt, hoe groter je het spel kunt spelen. En dat spel spelen, dat vind ik leuk. Op het moment dat je je gaat realiseren hoeveel geld 2,5 miljoen wel niet is, geef je misschien toe en eindigt het spel, terwijl je er veel meer uit had kunnen halen. De combinatie van dat ik alle euro’s zelf heb verdiend en calvinistisch ben opgevoed, maakt dat ik naar rato ook altijd spaarzaam ben gebleven om mijn discipline te kunnen waarborgen.

Bij Iemand die ‘overnight’ opeens veel geld verdient, is de kans veel groter dat die het spoor bijster raakt.’’

Heb je als ondernemer hinder ondervonden aan de ‘compliance-cultuur? Overal heb je tegenwoordig een vergunning voor nodig en alles moet dubbel en dwars worden doorgelicht. Ook heb ik het hier onlangs met prof. Eijffinger over gehad en hij bevestigt dat de ondernemersgeest hierdoor behoorlijk wordt belemmerd. Hoe kijk jij hier tegenaan?

‘’Bij AFAB heb ik veel te maken gehad met toezichthouders en dat is één van de redenen waarom ik nu liefst niet meer investeer in gereguleerde business, het werkt doorgaans restrictief. Echter heb ik ook de tijden gekend waar de ‘waakhonden’ lagen te slapen en alles mogelijk was in Nederland, uiteraard voor de financiële crisis in 2008. Dat was voor mij koren op de molen, omdat ik mijn ondernemersgeest en salesvaardigheden maximaal kon benutten. In Nederland wordt de consument goed beschermd en daar sta ik achter, alleen begint dit een doorgeslagen vorm aan te nemen. Een soort afvinkcultuur. Als ik bijv. kijk naar de private equity en door welke hoepels je allemaal moet springen omdat compliance dat vereist; van statuten, aandeelhoudersregisters, jaarrekeningen tot de energierekening aan toe. Je blijft maar aanleveren en die energie zou je als onderneming beter kunnen benutten.’’

Er is inmiddels een toestroom van vermogende particulieren, ondernemers en bedrijven (Shell, Unilever, DSM en Boskalis) die hun koffers pakken naar de warmere (ahem) fiscaal beter gelegen oorden verhuizen. Heeft deze gedachte ook door jouw hoofd gespookt?

‘’Ik heb eens onderzoek gedaan m.b.t. welke stappen ik dan zou moeten ondernemen en hoeveel het zou schelen, maar er komt meer bij kijken dan je denkt. Ik heb een vrouw en kinderen die hier hun leven hebben. Het weer is hier waardeloos, maar verder is er in Nederland heel goed geregeld. Óók ik ben niet altijd tevreden als je hoort hoe ons belastinggeld wordt besteed. Ik heb een huis op Mallorca en Spanje kent ook wezenlijk fiscale voordelen. Aan de andere kant vind ik de werkcultuur hier een stuk fijner. Als je in Spanje met iemand afspreekt om 10:00 mag je blij zijn dat ie om 12:00 komt aankakken. Zakelijk kom ik in Nederland beter tot mijn recht.

Ik vind het niet erg om veel belasting te betalen als ik bijv. zie dat er mensen in de VS in een kartonnen doos leven, dan zou ik het niet over mijn hart krijgen om te zeggen: ‘Zo ik heb amper belasting betaald, goed werk.’ In Nederland komt er natuurlijk ook armoede voor, maar dat is relatief ten opzichte van andere landen. Misschien word ik toch wat linkser op mijn oude dag, maar ik vind het belangrijk dat de taart in zekere zin eerlijk wordt verdeeld. Dit is natuurlijk niet in mijn belang, maar ik kan mijn persoonlijke situatie daarvan abstraheren en dat is belangrijk als je om je medemens geeft. Vermogenden die via fiscale constructies vermenigvuldigen en nauwelijks belasting betalen, terwijl iemand die de hele dag staat te metselen net zoveel of soms zelfs meer afdraagt dan een miljonair, dat is hedendaags wél de realiteit.

Doch heerst er een narratief onder de samenleving waarbij iedereen denkt dat de vermogensongelijkheid zo extreem is, terwijl onderzoek na onderzoek uitwijst dat dit blijkt mee te vallen. Op wereldwijd niveau tref je veel slechter, ook in Westerse landen. Met het belasten o.b.v. werkelijk rendement per 2026 is er al een heel grote stap gemaakt en je hoort ook geen haan kraaien als de financiële markten diep in het rood staan, zoals vorig jaar het geval was. Mensen zien vaak uitsluitend de lusten, maar niet de risico’s die je neemt om je vermogen te laten groeien.

De rijkste 10% draagt voor het overgrote deel bij aan de algemene middelen, denk aan belastingen, maar ook het creëren van werkgelegenheid. Daarom vind ik dat ondernemerschap beloond moet blijven worden in plaats van SP-achtige denken van ‘alle salarissen boven de 2 ton moeten voor 90% belast worden,’ dan raad ik je van harte aan met een goede econoom te praten. Als risico’s niet meer lonen, nemen mensen ook geen risico meer en dat ontneemt alle ondernemingsdrang. Hierin moet een goede balans worden gevonden, maar dat is aan de politiek en hopelijk doen ze hetgeen wat juist is.’’

Succesvolle ondernemers worden in Nederland vaak verguisd in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amerika, daar waar succes nog gevierd mag worden. Heb jij hier ook hinder aan ondervonden, wellicht het gevoel dat je soms op je tenen moet lopen – en zo ja, wat is jouw verklaring? Zo ken ik zelf een aantal ondernemers in Amsterdam die het bewust minder breed laten hangen als weerspiegeling van de samenleving. De maatschappij verhard ook in dat opzicht.

‘’Als ik naar een restaurant ga, ben ik toch iets voorzichtiger. Zo draag ik in het openbaar geen kostbaar horloge, maar ik denk dat dit een beetje van alle tijden is. Je kan het nooit goed doen. Rijd je een te grote auto ben je een patser en als ik in een oude Fiat 500 rijd moet ik nog net niet uitleggen dat ik niet failliet ben. Als vrije jongen zoals ik, hoef ik hier minder rekening mee te houden, maar als je een bedrijf met personeel hebt en je komt morgen met een nieuwe auto aanrijden en tegelijkertijd moet je een medewerker uitleggen dat ie de 200 euro loonsverhoging niet krijgt, dat gaat wringen.’’

Mensen die jou kennen weten dat jij een bon vivant bent, dat is tenslotte belangrijk als je hard werkt. Anderzijds pleit jij ervoor om te wachten met dat statige kantoorpand, dat mooie huis en die dure auto. Waar ligt voor jou de threshold om de teugels enigszins te laten varen. Lekker ordinair geformuleerd: wanneer bezit je écht ‘f*ck you money?’

‘’Dat verschilt echt per persoon. Vaak zie ik met start-up founders dat ze te snel van alles willen. Een flashy kantoor aan de gracht, mooie leaseauto’s en een secretaresse en dat moet de investeerder dan maar even financieren. Ik gun iedereen dat allemaal, maar de tijdsgeest is in dat opzicht erg veranderd. Tegenwoordig is dit een normale gang van zaken, terwijl ik op mijn kantoortje (wat tevens fungeerde als woonruimte) ben begonnen met 200 gulden op mijn bankrekening. Dat in plaats van de gedachte van: ‘Nou ik zoek wel even een investeerder die mijn wensen op dat moment kan financieren en of het nou een succes wordt of niet, voor mij zit er toch geen downside risico aan vast en ondertussen leef ik als God in Frankrijk.’ In hoeverre spreken we dan nog van ondernemerschap? Dat is ook mijn advies aan startende ondernemers, zorg ervoor dat je kosten zo laag mogelijk blijven, want dan is het een stuk eenvoudiger om winstgevend te worden. Zo heb ik mijzelf jaren in een teiltje gewassen en op een kantoortje geslapen omdat ik geen geld had.

Het omslagpunt is in algemene zin als je ‘het’ een aantal keren kunt betalen. In mijn geval als je vermogen een dusdanig rendement oplevert waarvan je je gewenste levensstijl kunt voortzetten. Als ik een auto van een paar ton koop, weet ik dat ik er ook wél tien zou kunnen kopen (als ik dat wil). Nu de fundingmarkt voor start-ups op slot zit, zullen we meer echte ondernemers tegemoetzien. Voorheen draaide het om zo riant mogelijk gefinancierd zijn, en nu zullen startende ondernemers weer moeten roeien met beperkte middelen. Niet buiten de deur lunchen, maar gewoon weer een broodtrommeltje.’’

Een clichévraag: Wat is voor jou de definitie van geluk?

‘’Dan geef ik ook een clichéantwoord: gezondheid. Zonder je gezondheid ben je nergens en heb je niks aan je geld. Als je jong bent denk je dat geluk te vinden is in geld of carrière maken. Zelf heb ik ondervonden dat geluk niet zit in materialiteit. Geld ontneemt basale zorgen, zoals dat je naar een restaurant kan gaan en je lekker eten kan bestellen met een wijntje erbij zonder dat je bang bent of je de rekening nu nog wel kan betalen. De onafhankelijkheid die het met zich meebrengt zorgt voor rust in je hoofd.

Als ik naar Mallorca ga, dan vlieg ik ook met easyJet aangezien privévliegen erg zonde is van je geld. Ik leef alleszins bescheiden naar mijn vermogen en ben niet gevoelig voor de ‘rat race.’ Er zijn altijd mensen die het beter hebben dan jij. Als je in de Quote 500 staat, ben je op de wereldschaal van rijken bij wijze van spreken nog altijd maar een zielige krabbelaar. Je moet altijd beseffen hoe goed je het hebt ten opzichte van anderen en je moet jezelf niet teveel fixeren op mensen die het nóg beter hebben dan jij. Een mens heeft écht niet zo heel veel nodig om gelukkig te zijn.’’

Wij danken Maasbert Schouten voor zijn openhartige interview!

avatar-joshua

Joshua Clappers

Redacteur

Joshua is professioneel trader in de commodity en energy markets binnen Auberg Capital. Tevens is Joshua analist en redacteur binnen Doijer & Kalff.

Opvattingen op basis van gepubliceerde artikelen of nieuwsberichten zijn puur informatief. De vrijblijvende informatie mag niet worden opgevat als een aanbod, beleggingsadvies of enige andere financiële dienst.

Open account Mijn D&K Klantenservice